SV | En de koning van het Zuiden, die een van zijn vorsten is, zal sterk worden; doch [een ander] zal sterker worden dan hij, en hij zal heersen; zijn heerschappij zal een grote heerschappij zijn. |
WLC | וְיֶחֱזַ֥ק מֶֽלֶךְ־הַנֶּ֖גֶב וּמִן־שָׂרָ֑יו וְיֶחֱזַ֤ק עָלָיו֙ וּמָשָׁ֔ל מִמְשָׁ֥ל רַ֖ב מֶמְשַׁלְתֹּֽו׃ |
Trans. | wəyeḥĕzaq meleḵə-hanneḡeḇ ûmin-śārāyw wəyeḥĕzaq ‘ālāyw ûmāšāl miməšāl raḇ meməšalətwō: |
En de koning van het Zuiden, die een van zijn vorsten is, zal sterk worden; doch [een ander] zal sterker worden dan hij, en hij zal heersen; zijn heerschappij zal een grote heerschappij zijn.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de koning van het Zuiden, die een van zijn vorsten is, zal sterk worden; doch [een ander] zal sterker worden dan hij, en hij zal heersen; zijn heerschappij zal een grote heerschappij zijn.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!